op zijn kot zitten met iemand of iets 1.0
((vooral) in België)
gedwongen bij iemand of iets zijn; opgescheept zitten met iemand of iets
Algemene voorbeelden
'Er zijn hier ook boeken!' schettert de meid luid en wijst naar een scheve deur. De maat had haar ondertussen verteld dat Guignard een boekenzot is. Van dat soort mannen die in de wolken leven. Verdomd! Zij zit ook met zo'n zot op haar kot! Benieuwd gaat Guignard haar achterna.